Hoe Italianen slapen. De kamerzoektocht

Zodra je enkele dagen in een ander land doorbrengt, besef je je dat je echt Nederlands bent. Zo vinden Nederlanders het meestal vreemd en zelfs enigszins vervelend wanneer bij het geboekte hostel een bouwvakker met een sloophamer de deur open doet, en je de mededeling geeft dat ze op dit moment aan het verbouwen zijn. Uiteindelijk vinden krenterige Nederlanders het dan weer minder erg als ze in een mooier en duurder hostel terecht komen, voor hetzelfde geld.

Ook tijdens de zoektocht naar een kamer merk ik dat ik er Nederlandse standaarden op na hou. Wonen met een 47-jarige man? Vergeet het maar, ook al is het appartement nog zo mooi. Ook tegen een knorrige huisbaas en een kamer waarbij je door de gaten in de vloer naar de keuken beneden je kan kijken zeg ik nee.

Wat wel heerlijk is, zijn de grote badkamers met ligbaden. Tel daar een tuin, grote woonkeuken en drie Italiaanse meiden bij op, en je hebt het huis waar ik de komende zeven maanden ga wonen. Na veel getwijfel en gedoe heb ik op zaterdag een heel leuk kamertje gevonden, waar ik me zeker thuis ga voelen.

Waar ik na het zien van alle verschillende kamers niet achter ben gekomen, is hoe de Italianen slapen. Een bezoekje aan de Coin (soort van Italiaanse V&D) brengt me nog verder in de war. Aangezien er in mijn kamer alleen wat onduidelijke oude dekens liggen, besluit ik een dekbed te kopen. Maar volgens mij is dat ook iets Nederlands - of in ieder geval iets on-Italiaans.

Het enige wat ik kan vinden zijn 'quilts', wat een soort kruising tussen een dekbed en een deken is. Veel te dun, en ze zien er bovendien vreemd uit: met motiefjes erop, waardoor je je afvraagt of je er wel een overtrek omheen hoort te doen.

Na een uur rondstruinen op de Home-afdeling van de Coin (wat niet veel groter is dan mijn woonkamer in Leiden) heb ik uiteindelijk een molton en een soort van dekbed gevonden. Voor de zekerheid heb ik maar een tweepersoonsdekbed gekocht: hij ziet er namelijk zo dun uit, nu kan ik hem tenminste dubbelvouwen zodat het iets warmer wordt. Wat nog rest is een goed kussen en een overtrekset, en ik kan maandagavond heerlijk in slaap vallen in mijn nieuwe bedje.